Welke taken een thuiszorgmedewerker uitvoert bij een cliënt hangt af van het functieniveau van de medewerker (zie “De thuiszorgmedewerker”). De handelingen variëren van huishoudelijke en persoonlijke verzorging tot verpleging en begeleiding. Naast deze zorgactiviteiten maakt een aantal andere aspecten ook deel uit van het zorgproces: communicatie met cliënten en andere partijen uit het zorgnetwerk en overige procedures. De genoemde aspecten worden hier nader toegelicht. Alle informatie is gebaseerd op het onderzoek van Verhoeven et al (2012).
Communicatie met cliënten en andere partijen uit het zorgnetwerk
Om zo optimaal mogelijk zorg te kunnen verlenen, moeten thuiszorgmedewerkers communiceren met:
- De cliënt: communicatie met cliënten verloopt doorgaans goed. Voorwaarden hiervoor zijn wederzijds vertrouwen, respect en eerlijkheid. Communicatie is wel problematisch als de cliënt geen Nederlands spreekt (zie project “Communicatie met allochtone cliënten”).
- Mantelzorger(s) (zie informatie over “De mantelzorger”).
- Collega-thuiszorgmedewerkers: omdat er vaak meerdere zorgverleners bij een cliënt komen, heeft elke cliënt één van de zorgverleners als vaste contactpersoon. De thuiszorgmedewerkers onderling, en ook mantelzorgers, communiceren vooral via de zorgmap met elkaar. In de zorgmap staan de persoonlijke gegevens van de cliënt, het zorgplan (wat er moet er gebeuren met de cliënt en hoe laat), rapportage (aftekenen handelingen en rapporteren bijzonderheden), medicijnlijst (overzicht van alle medicatie en aftekenlijst) en eventuele protocollen. Ook wordt de Personal Digital Assistant of Smartphone veel gebruikt: niet alleen om berichten te sturen en te bellen met collega’s, maar ook het dienstrooster staat hierin, er wordt mee in- en uitgeklokt, etc.
- Derden (specialist, huisarts (ziekenhuis)apotheek en dergelijke): deze communicatie vindt meestal probleemloos telefonisch plaats. Problemen treden wel op bij ontslag vanuit het ziekenhuis naar huis, met name met de medicijnlijst. E-mailcontact vindt zelden plaats omdat er dan te lang op een reactie gewacht moet worden.
Overige procedures
Afhankelijk van het functieniveau hebben zorgverleners ook nog te maken met de volgende procedures:
- Procedures bij nieuwe cliënten en beëindiging thuiszorg. Als een thuiszorgmedewerker hoofdverantwoordelijk is voor een cliënt voert deze het intakegesprek met de cliënt, maakt het cliëntendossier aan en houdt dit gedurende het zorgproces bij. Wanneer er geen zorgbehoefte meer is, sluit de hoofdverantwoordelijke administratief alles af, houdt een evaluatiegesprek, geeft de cliënt of de familie een kopie van het cliëntendossier, en regelt eventuele verdere begeleiding vanuit een andere organisatie.
- Procedures tijdens zorgproces. Elke thuiszorgmedewerker moet de voortgang van de cliënt rapporteren in de zorgmap en het cliëntendossier.
- Protocollen. Alle verzorgende en verpleegkundige handelingen moeten volgens bepaalde regels gebeuren. Die regels zijn in protocollen vastgelegd. Bijvoorbeeld voor spuiten, zwachtelen, wassen, wondzorg, hygiëne, houding. De protocollen worden opgesteld en geactualiseerd door een werkgroep van de thuiszorgorganisatie, waar ook thuiszorgmedewerkers deel van uitmaken.
Zorgactiviteiten
Welke taken een medewerker verricht is afhankelijk van zijn of haar functieniveau. Hierbij moet worden opgemerkt dat de thuiszorgverlener de cliënt zoveel mogelijk probeert zelf te laten doen en alleen indien nodig feedback geeft. Zo worden kosten gedrukt en blijven cliënten zelfredzaam. Gedurende een dienst van 5 tot 6 uur zien thuiszorgmedewerkers gemiddeld 5 tot 15 cliënten, afhankelijk van de zorgactiviteiten die per cliënt verricht moeten worden. Taken als persoonlijke verzorging kosten immers minder tijd dan douchen en helpen bij het eten. De tijd die gemiddeld aan een cliënt wordt besteed is 15 tot 30 minuten. ’s Avonds is de tijd per cliënt vaak korter omdat de taken eenvoudiger zijn, zoals steunkousen uittrekken of tanden poetsen. De verschillende zorgactiviteiten staan hieronder.
Aankleden
Afdrogen
Douchen
Katheter plaatsen en zak vervangen
Luier vervangen
Medicijnen klaarmaken, toedienen en bestellen
Oog druppelen
Persoonlijke verzorging
Pufje geven
Steunkousen aan- en uittrekken
Bloedsuikerwaarden opnemen
Voeding bereiden en geven
Wassen van bepaalde lichaamsdelen
Wassen van hele lichaam
Wondverzorging
Zwachtelen
Knelpunten tijdens zorgactiviteiten
- Voeding: soms heeft cliënt zelf al voor eten gezorgd en soms juist niet. In het laatste geval dient de zorgverlener ter plekke nog een maaltijd te bereiden.
- Aankleden, afdrogen en douchen: wanneer de cliënt zwaar is en zelf niet kan helpen, zijn deze handelingen fysiek erg zwaar. Dat leidt soms tot overbelasting van spieren en gewrichten waardoor thuiszorgmedewerkers zelf fysio- of ergotherapie nodig hebben.
- Zwachtelen: meerdere keren achter elkaar zwachtelen is zwaar omdat de zorgverlener gebogen zit, de zwachtels moet oprollen, strak om de benen moet doen en al die tijd kracht moet zetten.
- Steunkousen aantrekken: geeft fysiek de meeste klachten bij thuiszorgmedewerkers, omdat dit vaak tot wel tien keer op een dag moet gebeuren.
Ongeveer de helft van de thuiszorgmedewerkers heeft fysieke klachten door het werk, variërend van rugklachten tot peesontstekingen en pijnlijke heupen. Ergocoaches en arbeidsverzuim- en re-integratieadviseurs helpen de thuiszorgmedewerkers deze klachten aan te pakken.